Vervreemd

Nu heel veel dingen weer een beetje normaal worden, bekruipt mij het gevoel alsof ik na een lange winterslaap wakker word in een vreemde wereld. Alsof de Titanic weer oprijst uit de ijzige diepte en met een feestende menigte wegvaart terwijl ik, gevangen in de kou, op een ijsschots achterblijf. Het voelt alsof ik niet los kan komen uit de cocon waarin ik maandenlang heb verkeerd. Ik voel me vervreemd van de sociale kringen waarin ik mij voorheen als een vis in het water voelde. Tijdens de lockdowns en sociale beperkingen heb ik geleerd wat mij voldoening geeft en waar ik, ondanks alles, blij van word. Sterker nog, ik vond het best fijn om een tijd weinig mensen te zien buiten mijn naaste familie of goede vrienden. Maar nu alles weer opstart, voel ik me niet meer echt thuis in de groepen waar ik bij hoorde. En dat waar ik altijd een meester in was, mezelf aanpassen aan andere mensen, gaat me niet meer goed af. Contacten met mensen brengen onrust en verwarring. Ben ik dan zo veranderd? Wie ben ik nu dan? Of ben ik juist dichterbij mezelf gekomen? Pas ik nog wel in de kringen waarin ik me thuis voelde? Ga ik me weer aanpassen, of moet ik toch meer proberen mezelf te zijn? Kan ik beter andere wegen inslaan of niet en welke dan? Zoveel vragen die opdoemen en me uit balans brengen.

Als ik dan met al die spoken in mijn hoofd door een veld vol bloemen en grassen loop, de bloeiende lindebomen zie en ruik, of mezelf onderdompel in het groene bos, overspoelt mij zo’n intens gevoel van vrede en rust. Dan weet ik: Welke weg ik in de herrijzende maatschappij ook kies, ik blijf me in elk geval focussen op de steeds verrassende en alles verzadigende natuur, die ik om mij heen kan ervaren. Dat maakt me altijd blij.