Vandaag zag ik een bijzonder fenomeen: aan de ene kant van het bospad lag bijna geen sneeuw meer, terwijl aan de andere kant nog een behoorlijke witte laag te zien was. De sneeuwvrije gedeeltes waren meestal de met mos bedekte delen, maar niet altijd. De sneeuwplekken waren meestal onder jonge loofbomen te vinden, maar ook niet altijd. Sommige paden waren droog en sneeuwvrij, terwijl andere nog vol met sneeuw en water waren. In eerste instantie dacht ik dat het te maken had met beschutting. De open loofboomgedeeltes staan meer bloot aan kou, maar ook nu aan de warme regen. Of het kan te maken hebben met de ondergrond. Misschien als er een ondoordringbare laag vlak onder de bosgrond zit en het water slecht weg kan, de grond sneller bevriest en de kou ook langer vast gehouden wordt. Ik weet het niet en vind het nogal raadselachtig …