Aalscholvers

Je hebt weleens van die dieren, die je eigenlijk lelijk vindt, maar als je ze beter leert kennen, stijgen in je waardering. Dat geldt voor mij voor de aalscholver. Ik vond ze altijd maar saai, raar en lomp. Zoals ze bijvoorbeeld als een soort duikboten in het water liggen met alleen hun hals, die als een periscoop boven het water uitsteekt. Daar is weinig sierlijks aan. Ook het geluid dat ze produceren is niet echt aantrekkelijk. Het aardige is wel dat ze door hun aanwezigheid (zeker als er, zoals bij ons een hele groep aalscholvers bij elkaar zitten), aantonen dat er veel vis in het water zit. Waar de aalscholver vooral bekend van is, is zijn paalpose met gespreide vleugels. Een aalscholver doet dit om zijn vleugels te drogen. Ze hebben namelijk geen waterdicht verenpak, zoals een fuut. In eerste instantie denk je dan, dat is niet handig! Maar doordat hun veren geen water afstoten, blijft er ook geen lucht tussen hun veren hangen – wat hun drijfvermogen zou vergroten. Daardoor hebben ze de mogelijkheid om langer en dieper te duiken en kunnen ze zelfs onder water achter vissen aan jagen. Ze zwemmen dan met hun vleugels als peddels en poten als motor en kunnen zo tot wel 30 meter diep duiken! Dat vind ik echt bijzonder en maakt dat ik meer bewondering voor aalscholvers heb gekregen. En zo’n vogel die je op een paal met gespreide vleugels begroet op een grijze dag, bezorgt me zeker een warm gevoel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *