Soms moet ik gewoon voelen aan dingen die ik tegenkom in de natuur. In het algemeen denk ik dat we dat veel te weinig doen. Alsof het raar is en we vroeger geleerd hebben: alleen kijken, niet aankomen. Terwijl je zoveel meer beleeft als je ook voelt aan voorwerpen!
Schreef ik gisteren over lariksappeltjes, die ik het sierlijkst vind, maar de kegels van de sitkaspar – ik denk tenminste dat ‘ie van een sitka komt – vind ik het fijnst om te voelen (daarvan heb ik ook er dus ook een in mijn vensterbank liggen). Als ik die tegenkom op mijn pad, raap ik er vaak een op. Hij past precies in mijn hand en heeft een heel regelmatige, geschubde structuur, van een papierachtig materiaal zonder scherpe randen. Als ‘ie droog is, geeft hij ook wat mee, dan kun je de schubben wat indrukken en veren ze terug. Ik vind dat zo fijn aanvoelen, dat ik er uren mee in mijn handen kan zitten friemelen. Op de een of andere manier voelt het geruststellend, ik weet ook niet waarom. Misschien is het vergelijkbaar met een stressbal, maar dan voelt een sitkaspar kegeltje toch echt veel fijner aan!
English version: Yesterday I posted about larch cones, which I find the prettiest to look at. Today I would like to focus on the nicest feeling of a cone, And the one with the nicest feel (in my opinion) is the cone of a sitka spruce. If I find one on my path I always have to pick it up and touch the regularly scaled texture. It’s made of a papery material whithout sharp edges and when dry it has nice springy properties. It’s a bit like a natural stress ball. I can keep it in my hands for hours fidgeting. For some reason it feels comforting, don’t ask me why.
Anyway I think we are not tactile enough in nature. Maybe we are taught too much: don’t touch it, it might be dirty! Also we think it’s weird to touch a tree or a mushroom or feel bark or fir. But I would like to promote touching nature. It enriches your senses and makes you feel more one with nature.