Groeikracht

Het is onvoorstelbaar wat een kracht een groeiende boom heeft. In onze wijk is langs het water overal beschoeiing aangebracht om te zorgen dat de kanten niet afkalven. Tussen die planken of er net achter zijn een paar jaar geleden boompjes gaan groeien, wilgen, berk en els. Als je nu kijkt, zie je dat de beschoeiing gewoon kapot gedrukt wordt. zelfs stalen bouten hebben geen effect op de groei van die boompjes. Ze worden gewoon uit het hout geduwd! Ongelofelijk om te zien.

Het doet me denken aan een uitspraak van Jezus dat als je een geloof hebt als een mosterdzaadje, je bergen kunt verzetten (Mattheüs 17:20). Het gaat daarbij niet om een of ander tovertrucje, maar om groeikracht, denk ik. Geloof in God geeft je blijkbaar zoveel innerlijke energie en motivatie dat er dingen gaan veranderen. In je eigen leven, maar ook in je omgeving en het zet anderen ook weer in beweging, min of meer automatisch. Een boom denkt er tenslotte ook niet over na, wat hij allemaal teweeg kan brengen. Hij groeit gewoon. Dat maakt het voor mij als mens ook een stuk ontspannener. Het is niet zo, dat ik op zoek moet naar bergen om te verzetten. Nee, als je gelooft, krijg je een innerlijke groeikracht waardoor dingen die onwrikbaar verankerd leken, losraken, veranderen en ruimte creëren.

Sijsje

Nu het tuinvogeltelling weekend is, mag er wel wat meer aandacht zijn voor vogels in mijn posts (voor de derde dag op rij). Vandaag zag ik opeens langs het fietspad een sijsje in de struiken vliegen. What a striking little bird! Je kan hem ook niet missen met z’n felgele kop en zwarte petje. Het is al een hele tijd geleden dat ik ze heb gezien, dus ik werd er helemaal blij van! Ze houden van elzenproppen en we hebben bij ons in de buurt best veel elzen staan, dus je zou ze hier wel verwachten. Een aantal jaar terug kwamen ze ook bij ons in de tuin (daar is de foto van). Toen zag ik ook meer groenlingen en vinken (net als het sijsje allemaal van de vinkenfamilie). Het lijkt erop dat – in elk geval in mijn omgeving – het aantal vinkachtigen daalt. Alleen daarom is zo’n tuinvogeltelling al nuttig, om te zien met welke soorten het goed gaat en met welke minder. Om vervolgens te kijken of we daar iets aan kunnen doen.

Wekkertje

Vanmorgen werd ik gewekt door het vrolijke tinkelbelletje van een pimpelmeesje dat onder mijn raam zat te zingen. Dat is nog eens een goed begin van de dag! Het geluid heeft wel wat weg van een piepje van een digitaal wekkertje, maar als het van een zingend vogeltje komt, is het toch een stuk aangenamer wakker worden.

Gehakketak

Vandaag heb ik geluisterd naar de vogels. Het begon vanmorgen al met een paar duiven die zaten te koeren in een boom naast ons huis. Even verderop in het aangeplante bosje zat een specht op een boomstam te roffelen. En in de klimroos naast ons huis was het weer een gehakketak van jewelste. Daar zit vaak een hele school mussen verstopt tussen de scherpe rozenstengels, de klimop en in de conifeer die erachter staat – lastig om verstopte musjes op de foto te krijgen trouwens, maar als je goed kijkt, zie je 3 stukjes mus 😉 -Ze twitteren en tjilpen altijd dat het een lieve lust is. Ik vraag me dan weleens af waar dat over gaat. Het lijkt soms of ze ruziën, bijv. over wie als eerste de broodkruimels op mag pikken, of over het beste, beschutte plekje in de boom. Maar misschien is het ook gewoon gezellige smalltalk. Wie zal het zeggen?

Elfenbankje

Weer of geen weer, droog of nat, zomer of winter, een elfenbankje kun je altijd wel tegenkomen in het bos. Hij groeit op dood hout van voornamelijk loofbomen en is het meer dan waard om even bij stil te staan. Zo prachtig als de witte rand contrasteert met het bruin. In het bruin zie je vervolgens die rand steeds weer terugkomen in de zwarte lijnen, wat een mooi lijnenspel is dat. En als je kijkt hoe de afzonderlijke zwammen dakpansgewijs boven elkaar staan, alsof ze het hebben afgestemd met elkaar om op deze manier zoveel mogelijk vocht op te vangen en naar de boom te leiden (wat ook best waarschijnlijk is). Een kunstenaar zou het mijns inziens niet mooier kunnen maken!

Madelief

Vandaag zag ik de eerste madeliefjes weer hun kopjes boven het gras uit steken. Liefje van de hooivelden, is waar de naam waarschijnlijk vandaan komt. In een wat milder klimaat bloeien madeliefjes wel jaar rond, dus misschien hebben ze in een stedelijke omgeving in het zuiden van het land de afgelopen maanden ook al van deze vrolijke bloemetjes kunnen genieten. Voor mij is het weer een voorbode van de lente die er aan komt.

Katjes

Kijk dan waar ik vanmorgen (vrij letterlijk) tegenaan liep! Aan een opgeschoten wilgenloot piepten zowaar twee katjes tevoorschijn. Wat een leuke verrassing was dat. Ze voelden ook al zacht aan, dus het zal waarschijnlijk niet lang duren of ze breken helemaal uit hun beschermende vliesje. Dat ziet er altijd zo heerlijk lenteachtig uit.

Aalscholvers

Je hebt weleens van die dieren, die je eigenlijk lelijk vindt, maar als je ze beter leert kennen, stijgen in je waardering. Dat geldt voor mij voor de aalscholver. Ik vond ze altijd maar saai, raar en lomp. Zoals ze bijvoorbeeld als een soort duikboten in het water liggen met alleen hun hals, die als een periscoop boven het water uitsteekt. Daar is weinig sierlijks aan. Ook het geluid dat ze produceren is niet echt aantrekkelijk. Het aardige is wel dat ze door hun aanwezigheid (zeker als er, zoals bij ons een hele groep aalscholvers bij elkaar zitten), aantonen dat er veel vis in het water zit. Waar de aalscholver vooral bekend van is, is zijn paalpose met gespreide vleugels. Een aalscholver doet dit om zijn vleugels te drogen. Ze hebben namelijk geen waterdicht verenpak, zoals een fuut. In eerste instantie denk je dan, dat is niet handig! Maar doordat hun veren geen water afstoten, blijft er ook geen lucht tussen hun veren hangen – wat hun drijfvermogen zou vergroten. Daardoor hebben ze de mogelijkheid om langer en dieper te duiken en kunnen ze zelfs onder water achter vissen aan jagen. Ze zwemmen dan met hun vleugels als peddels en poten als motor en kunnen zo tot wel 30 meter diep duiken! Dat vind ik echt bijzonder en maakt dat ik meer bewondering voor aalscholvers heb gekregen. En zo’n vogel die je op een paal met gespreide vleugels begroet op een grijze dag, bezorgt me zeker een warm gevoel.

Galnoten

De natuur kan je elke dag weer verrassen, daarom geniet ik er zo van! Als je een beetje om je heen kijkt tijdens een wandelingetje, zie je vrijwel altijd iets nieuws. Never a dull moment in nature! Zo zag ik vandaag op een jong eikenboompje een trosje ‘galnoten’, wat ik nog nooit eerder heb gezien. Ik heb vaak gallen op de onderkant van bladeren gezien, maar niet in de oksel van een tak. Zo’n knikkergrote galnoot voelt hard aan en is dan ook eigenlijk een vergroeiing van de stam van de boom, dus houtachtig. De galwesp legt eitjes in de takoksel en het boompje gaat dan zelf een soort kapsel er omheen maken. De larfjes zijn zo natuurlijk goed beschermd en kunnen makkelijk de winter overleven om in het voorjaar uit te komen. Bijzonder toch?