Schrijven is vrij zijn.
Zodra mijn penpunt het papier raakt en woorden begint te vormen, liefst in kleine kriebellettertjes, kan het alle kanten op. Gedachten kan ik ter plekke formuleren, gevoelens beschrijven, feiten neerkalken of m’n fantasie de vrije loop laten.
Bijvoorbeeld over de vergadering der hondenbaasjes op een kruispunt van paden midden in het bos. Ze blokkeren het pad waar ik in wil en staan met hun hoofden bij elkaar, de honden in een beschermende ring eromheen. Zouden ze een geheime bijeenkomst hebben? Bespreken wat ze zullen doen met de man die elke dag op precies hetzelfde tijdstip met zijn hazewindhond dwars door het bos fietst, terwijl hier toch duidelijk géén fietspad is? Of over de vrouw die haar dikke buldog op het pad laat poepen, vervolgens gewoon verder loopt en doet of haar neus bloedt? Terwijl ik omzichtig langs hen heen manoeuvreer, probeer ik wat flarden van het gesprek op te vangen. Ja het gaat over honden, maar wat precies? De volgende keer als ik ze weer zie, zal ik ze wat heimelijker benaderen, misschien dat ik dan iets opvang…
En zo kun je zomaar in je hoofd en met een pen in je hand in een spannend verhaal belanden. Maar het kan ook gaan over de diepere zaken van het leven. Bijv. over wat er allemaal in de wereld gebeurt (meestal weinig verheffends) of wat met ons bestaan en onze overtuigingen te maken heeft. Maar daarover later meer. Wordt vervolgd…
Ja precies! Onze fantasie neemt graag een loopje met ons.
Laatst lag ik wakker en droomde ik een hoofdstuk uit een roman bij elkaar 🙂
😀