God in de natuur

De natuur is een boek, waarin je God kunt leren kennen met de ogen van je ziel. Daar waar de Bijbel vooral je denken (en als je gelooft ook je hart) inschakelt, worden in de natuur je zintuigen en je lijf als eerste aangesproken. Ik denk dat het niet of weinig ervaren van God in de natuur van armoede getuigt en een – misschien ongezonde – focus op het denken. Maar dit is geen pleidooi om de Bijbel maar weg te leggen, want daar ontmoet je God vooral. Dat is je basis. Meer een aansporing om het geloof te laten landen en te ervaren met hart en ziel en zinnen, aan den lijve in Gods geweldige Schepping!IMG_7588

Hoe kun je dan God ervaren in de natuur?

Als je een bos inloopt en omhoog kijkt naar de boomtoppen die soms tientallen meters boven je uittorenen, kun je je heel nietig voelen, net zoals je je klein kunt voelen voor God. Een klein mens dat een machtige God nodig heeft.

Je voelt de wind door je haren en hoort het ruisen van de blaadjes en je gedachten gaan naar de Heilige Geest, waarvan in de Bijbel staat dat hij blaast waarheen hij wil. En je zet al je zintuigen op scherp om zijn zachte fluistering te verstaan.

Soms ervaar je in de stille avondkoelte iets van de aanwezigheid van God, zoals Adam en Eva in de Hof van Eden. En kun je ‘wandelen met God’. Je vreugde, verdriet of vragen voor hem neerleggen aan de voet van een pijnboom. Of steun zoeken tegen de stam van een sterke beuk, zodat je ook lijfelijk ervaart dat God je steun en toeverlaat is.

Je ziet de prachtigste kleuren die God bedacht in de schepping en hoort hoe die schepping juicht en in de handen klapt en zingt en fluit! In een prachtige, wonderlijke symfonie tot meerdere eer en glorie van God!

Opeens ruik je een heerlijke geur, die je doet stilstaan van verwondering. Een liefelijke, warme geur, die je als een golf van genade kan overspoelen.

En zie je die kleine schepseltjes daar in de grond wroeten of dat minuscule oranje zwammetje waar je bijna een loep bij nodig hebt om te kunnen zien? Als God er zelfs voor zorgt dat zij een plek hebben in de kringloop, waardoor wij kunnen leven op deze aarde, hoeveel te meer zorgt Hij dan niet voor jou?

Hark eens met je handen door het zand en bedenk dat Gods gedachten, zijn verstand en wijsheid groter zijn dan het aantal (ontelbare) zandkorrels op het strand. Dat kun je gewoon niet bevatten!

Of zet je duim eens op de scherpe punt van een doorn en besef nog maar een fractie van wat Jezus leed voor jou.

En zelfs al zou je deze links niet kunnen leggen of ervaren, de Bijbel staat vol met verwijzingen naar de natuur. Al zou je maar eens beginnen om die ‘in het echt’ te zien en te beleven.

Tenslotte trok Jezus zich geregeld terug op een bergtop, in de stilte, alleen, om daar Gods stem te kunnen horen en in Zijn aanwezigheid te zijn. Voor ons is het moeilijk om ons los te rukken uit het lawaai van deze wereld en de constante ruis in ons hoofd. Ik denk dat juist daar in de stilte van de natuur – helemaal alleen, zonder afleiding, onder een open hemel in de weidsheid van het landschap, kwetsbaar voor de elementen en voor God – je ziel het meest ontvankelijk is voor een ontmoeting met God.

Huwelijk op springen

Ons huwelijk staat op springen. Ja je leest het goed. Het is slecht gesteld met de relatie tussen mij en Stofzuiger. De stofzuiger en ik, wij matchen gewoon niet goed. We kunnen niet samen door één deur en volgen zelden samen hetzelfde spoor. We hebben altijd ruzie. Ik wil vooruit, hij wil altijd blijven waar hij is. Of hij is opeens in een jolige bui en begint overmoedig koppeltje te duiken van de trap. Het is vragen om ongelukken met hem. Soms, als ik maar een paar seconden z’n neus tussen de kussens van de bank duw, begint hij moord en brand te loeien alsof ik z’n ingewanden eruit probeer te trekken, ofzo. Belachelijk gewoon! Hij valt over de lulligste obstakels en weet zich iedere keer weer moedwillig klem te zetten in z’n eigen snoer. En als ik hem dan eens ruw laat merken mij te volgen, zoals een goed stofzuiger betaamt, weigert hij theatraal en begint te steigeren! Wat denkt hij wel? Dat hij de baas is? Echt niet en dat zal ik hem laten merken ook! Ik laat hem alle hoeken van de kamer zien. En als hij mij pijn doet, krijgt hij zo’n dreun terug dat de onderdelen door de kamer vliegen. Net goed.

Als het zo doorgaat, sta ik niet meer voor mijn daden in. Dan vind je op een dag alleen nog een klein zuigmondje of een aan-en-uit-knopje ergens in een hoek van de schuur met een botte bijl ernaast. Dus voor zijn eigen bestwil ga ik hem vandaag nog aan de kant zetten. Het is over en uit. Ik ga er geen energie meer in steken. Tenslotte is de machine er voor de mens en niet de mens voor de machine. Als hij dat eerder had begrepen, was er misschien nog hoop geweest voor dit huwelijk. Nu is het te laat.

Hij wordt bedankt voor bewezen diensten, voor de jaren van hulp bij het verwijderen van haren, stof en rommel van vloeren, tapijten, meubels en plafonds. Ook al moest ik zelf steeds weer de haren en het stof uit z’n borstels pulken en z’n opslagzak en filters vervangen. Ondanks ons onoverkomelijk verschil van inzicht omtrent leiderschap, heeft hij het, denk ik naar eer en geweten gedaan. Hij wordt bedankt!

Nu ga ik op zoek naar een zuigertje, die rustig en volgzaam is en zich niet steeds vastbijt in zeil of snoeren of naar believen de trap afdondert.

Vrij en gelukkig?

Kan ik vrij schrijven? Ook al ben ik vrij om te doen en te laten en te schrijven wat ik wil, toch betekent dat niet automatisch dat ik dat ook doe en daar gelukkig mee ben of op m’n plek voel.

Als je namelijk niet helemaal in het plaatje past van wat in de huidige maatschappij algemeen aanvaard is of als succesvol of waardevol wordt gezien, is het maar een kleine stap om jezelf behoorlijk waardeloos te voelen.

Dus wat heb ik aan vrijheid als ik mezelf niet kan of durf te zijn?

Ook als je denkt vrij te kunnen schrijven wat je wilt, probeer je toch enigszins maatschappelijk verantwoord te schrijven of zelfs dat wat mensen willen horen. Ik houd met wat ik met deze blog het internet opslinger toch rekening met het feit dat mensen het ook daadwerkelijk gaan lezen (al zijn het er maar een paar), dus daar wil ik niet m’n hele ziel en zaligheid op uitstallen. Maar schrijfsels waar geen mens op zit te wachten of wil lezen, voelen aan als tamelijk nutteloos en verloren moeite.

Zo vrij is dat schrijven dus ook weer niet. Ik durf zelfs te beweren dat vrijwel alles wat we doen eerder voortkomt uit angst om binnen de lijntjes te blijven, ofwel geaccepteerd danwel gewaardeerd te worden, dan uit vrijheid. We zijn natuurlijk met z’n allen behoorlijk conformistisch, kuddedieren en spelen vaak een rol. Ja, je wilt misschien wel opvallen, maar dan wel op een ludieke, vrolijke of misschien wel lompe, of ‘kijk mij mezelf zijn’ maar dan toch: entertainende manier. Je wilt niet opvallen als een saaie muurbloem die schrijft wat niemand wil lezen.

Maar misschien zijn de onopvallende, onaangepaste schrijvers, die gewoon hun eigen gang gaan wel de meest vrije mensen. Omdat ze doen wat ze zijn en niet bang zijn om afgeschreven te worden door de criticasters van deze wereld. Maar kun je ook gelukkig zijn, als hoe je bent weinig waardering ontvangt? Je moet sterk in je schoenen staan om dan te blijven geloven in wie je bent en wat je doet.

Maar misschien is er iemand?

Vrij zijn vervolg

De oproep om vrij te zijn, van Paulus in de Bijbel intrigeert mij steeds weer.

Een tijdje terug ging een preek over ‘Waar de Geest is daar is vrijheid, dus laat je niet weer een slavenjuk opleggen!’ (Galaten 5) Natuurlijk betekent het vrij zijn in het geloof niet dat je er maar op los kunt leven (zie vs 17-21). Respect voor elkaar en de liefde blijven in die vrijheid de boventoon voeren, anders zou mijn vrijheid voor een ander onvrijheid en verdriet veroorzaken.

Maar vrijheid kan ook heel beangstigend zijn, want wat is dan de norm? Is het wel goed wat ik doe? ‘Laat je leiden door de Geest’, zegt Paulus, maar hoe weet ik zeker dat die Geest mij op het juiste pad brengt? Dan is het toch veiliger om aan wat regeltjes vast te houden hier en daar, voor de zekerheid.

Maar daarvan zegt Paulus dat, als dat je houvast is, je juist jezelf losmaakt van God en zijn genade. Dus er staat veel op het spel. Het is niet bepaald vrijblijvend.

De voorganger moedigde ons aan om bij vs. 6 allerlei zaken in te vullen die onbelangrijk zijn en een nieuw ‘juk’ kunnen vormen in het geloof. Dus zou het zo kunnen zijn dat:

In Christus het volkomen onbelangrijk is van welk ras je bent;

In Christus het volkomen onbelangrijk is of je dun bent of dik;

In Christus het volkomen onbelangrijk is welk soort (geestelijke) liederen je zingt;

In Christus het volkomen onbelangrijk is hoe een kerkdienst er precies uitziet;

In Christus het volkomen onbelangrijk is of je man bent of vrouw en wie welke functies mag bekleden;

In Christus het volkomen onbelangrijk is of je betaald werk hebt of niet;

In Christus het volkomen onbelangrijk is of je rijk bent of arm;

In Christus het volkomen onbelangrijk is of je beroemd bent of een grijze muis;

In Christus het volkomen onbelangrijk is op welke manier je avondmaal viert;

In Christus het volkomen onbelangrijk is uit welke Bijbelvertaling gelezen wordt;

In Christus het volkomen onbelangrijk is wat je geaardheid is;

In Christus het volkomen onbelangrijk is wat je doopleeftijd is;

Al die dingen en nog veel meer in Christus volkomen onbelangrijk zijn?

Het gaat tenslotte om je hart, of je oprechte liefde hebt voor God en de mensen om je heen en daaruit volgt de vrucht van de Geest. De vrucht die groeit, niet door onze inspanningen of krampachtig vasthouden aan regels, maar natuurlijk, vanzelf, omdat je geworteld bent in God.

Dan kun je echt in vrijheid leven, al blijft het spannend.

Vrij zijn

Schrijven is vrij zijn.

Zodra mijn penpunt het papier raakt en woorden begint te vormen, liefst in kleine kriebellettertjes, kan het alle kanten op. Gedachten kan ik ter plekke formuleren, gevoelens beschrijven, feiten neerkalken of m’n fantasie de vrije loop laten.

 

Bijvoorbeeld over de vergadering der hondenbaasjes op een kruispunt van paden midden in het bos. Ze blokkeren het pad waar ik in wil en staan met hun hoofden bij elkaar, de honden in een beschermende ring eromheen. Zouden ze een geheime bijeenkomst hebben? Bespreken wat ze zullen doen met de man die elke dag op precies hetzelfde tijdstip met zijn hazewindhond dwars door het bos fietst, terwijl hier toch duidelijk géén fietspad is? Of over de vrouw die haar dikke buldog op het pad laat poepen, vervolgens gewoon verder loopt en doet of haar neus bloedt? Terwijl ik omzichtig langs hen heen manoeuvreer, probeer ik wat flarden van het gesprek op te vangen. Ja het gaat over honden, maar wat precies? De volgende keer als ik ze weer zie, zal ik ze wat heimelijker benaderen, misschien dat ik dan iets opvang…

 

En zo kun je zomaar in je hoofd en met een pen in je hand in een spannend verhaal belanden. Maar het kan ook gaan over de diepere zaken van het leven. Bijv. over wat er allemaal in de wereld gebeurt (meestal weinig verheffends) of wat met ons bestaan en onze overtuigingen te maken heeft. Maar daarover later meer. Wordt vervolgd…