Ruwe schoonheid

Er zijn van die dagen, dat ik mezelf het liefst wil begraven. Een nieuwe dag staart me aan, vol verwachting: wat ga je doen vandaag? En het enige wat ik denk is: laat me onzichtbaar zijn, zonder dingen te moeten, zonder mensen die iets van me verwachten, zonder vragen en problemen waar een reactie op moet worden gegeven … leave me be

Het liefst zit ik dan in een stoel of lig op de bank om me heen te kijken en me te verwonderen.Ja, dat is het enige waar ik nooit genoeg van krijg: me verwonderen en genieten van de dingen om me heen.

Ik kan gewoon voor me uit zitten staren en opeens het wat groen uitgeslagen dak van de overburen zien. Bewust zien en denken: Wow wat is dat mooi! Waarom zouden mensen hun dak schoon willen maken, terwijl zo’n groen, verweerd dak er juist zo prachtig uit ziet. Er groeit gewoon mos op, een heel ecosysteem, een stukje ruige, ruwe natuur middenin een stadswijk! Niet van die gepolijste, koude en kille pannen, maar warm, zacht, groen mos. Wat een puurheid.

In mijn gedachten trek ik de vergelijking met het gegroefde gelaat van een bejaarde. – Waar zie je ze nog trouwens? De bankjes in het stadspark of op het dorpsplein blijven akelig leeg. Op z’n hoogst tref je er een dakloze of een hangjongere aan, maar waar zijn de ouderen? – Hun verweerde gezicht nodigt uit tot vragen: ‘Wat hebt u allemaal meegemaakt? Vertel…  Een leven van zwoegen en slaven, van moeite en vreugde? Wat heb u geleerd? Laat het me weten, zodat ik ervan kan leren.’ Maar de oudere van tegenwoordig is of zeer actief en op stap, nog altijd druk met afspraken en vol in het leven, of zit compleet verzorgd weg te kwijnen achter mooi gepolijst glas en betonconstructies met automatische zonwering.

Waar is het ruwe, ongepolijste leven gebleven? De hardheid, de puurheid, de schoonheid en ja ook het verdriet. Is het nog zichtbaar? Misschien in blogs, zoals deze. Misschien zijn blogs daarom zo populair, om het rauwe, het verweerde weer zichtbaar te maken. We schaven en plamuren, botoxen en verven tenslotte wat af om alles maar zo mooi mogelijk te maken… maar is dat eigenlijk wel mooi? Ik vind van niet, maar ondertussen doe ik net zo hard mee om de buitenkant op z’n best te presenteren, terwijl de binnenkant lafhartig en onoprecht is en het liefst in z’n schulp kruipt achter glas en beton. Dus wie verwijt wat nu eigenlijk?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *